‏ Job 30:3

3Die door gebrek en honger eenzaam waren, vliedende naar dorre plaatsen, in het donkere, woeste en verwoeste.
 gebrek Te weten, dat hun overkwam door hun onachtzaamheid en luiheid.
,
 dorre plaatsen, In welke zij verdreven waren als onwaardigen der mensen, of die zij zelf verkoren door schaamte en vrees, om uit aller lieden ogen te wezen.
,
 donkere, Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk den verleden nacht of avond, Gen 19:34 , maar hier is het voor donkerheid of donkere plaatsen genomen, als dikke bossen, spelonken, woeste en ruige heiden, die ver van de woningen der mensen afgezonderd zijn. Anders, eertijds woest, enz.
,
 woeste Deze twee woorden zijn samengevoegd om een grote woestheid daarmede uit te drukken. Alzo onder, Job 38:27 ; Zep 1:15 .
Copyright information for DutSVVA