‏ Job 5:1

1Roep nu, zal er iemand zijn, die u antwoorde? En tot wien van de heiligen zult gij u keren?
 zal er iemand zijn, Anders, of er iemand is, die u antwoordt.
,
  antwoorde? Of, verhore? te weten, uit de heiligen, die hier op de aarde zijn, of uit de onheiligen en onvromen. De heiligen zullen u niet willen voorspreken; de anderen zullen niet kunnen. Tot wien dan zult gij u keren als gij God zo tegenspreekt? Hij wil zeggen: Niemand.
,
 heiligen Te weten, mensen, die nog in het leven zijn. Sommigen verstaan dit van de heilige engelen, gelijk onder, Job 15:15 , in dezen zin, dat die zelf, hoewel zij hogelijk begaafd zijn, Jobs zaak niet zouden kunnen verdedigen; maar de omstandigheden van den tekst geven te verstaan dat hier van vrome mensen gesproken wordt, die tegen de dwazen gesteld worden; en Elifaz neemt voor zeker op dat die vromen de bescherming zijner zaak niet zouden willen aannemen.
Copyright information for DutSVVA