Job 7:3-4
3Alzo zijn mij maanden der ijdelheid ten erve geworden, en nachten der moeite zijn mij voorbereid. ▼ , ▼ , ▼▼ geworden, Hij wil zeggen dat zijn arbeid en lijden zwaarder is dan van den knecht en den dagloner, want deze met het einde des werks en met den nacht rust krijgen, daar hem de kwalen zelfs ook in de nachten bijbleven.
,
▼ 4Als ik te slapen lig, dan zeg ik: Wanneer zal ik opstaan, en Hij den avond afgemeten hebben? En ik word zat van woelingen tot aan den schemertijd. ▼
,
▼
,
▼▼ van woelingen Dat is, van mij om en om te keren in het bed.
,
▼▼ schemertijd Te weten, van den morgenstond; dat is, als het des morgens vroeg tussen donker en licht is. Alzo kan het Hebreeuwse woord ook genomen worden 1Sa 30:17 , en Psa 119:147 . Van de avondschemering, zie 2Ki 7:5 , en de aantekening.
Copyright information for
DutSVVA