Jonah 1:7
7Voorts zeiden zij, een ieder tot zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat wij mogen weten, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Alzo wierpen zij loten, en het lot viel op Jona. ▼▼ om wiens wil Wie onder ons de schuldige man is, om wiens wil ons dit gevaar overkomt; of, wie ons den schuldigen man zal kunnen bekendmaken, om voorts te zien wat ons te doen staat, of er misschien middel mocht zijn van ons te redden. Anders: waarom.
,
▼
,
▼
Copyright information for
DutSVVA