‏ Jonah 1:7

7Voorts zeiden zij, een ieder tot zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat wij mogen weten, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Alzo wierpen zij loten, en het lot viel op Jona.
 om wiens wil Wie onder ons de schuldige man is, om wiens wil ons dit gevaar overkomt; of, wie ons den schuldigen man zal kunnen bekendmaken, om voorts te zien wat ons te doen staat, of er misschien middel mocht zijn van ons te redden. Anders: waarom.
,
 dit kwaad overkomt Der straf, dit gevaar, ongeluk, te weten dit onweder. Zie Gen 19:19 .
,
 en het lot viel op Jona Door Gods regering. Zie Pro 16:33 , met de aantekening.
Copyright information for DutSVVA