Joshua 21:10-13

10Dat zij waren van de kinderen van Aäron, van de huisgezinnen der Kahathieten, uit de kinderen van Levi; want het eerste lot was het hunne. 11Zo gaven zij hun de stad van Arba, den vader van Anok ( zij is Hebron), op den berg van Juda, en haar voorsteden rondom haar.
 Anok Anders, Enak; Jos 15:13.
,
 voorsteden Dat is, akkers en weiden, die dicht voor de steden lagen.
12Maar het veld der stad en haar dorpen, gaven zij aan Kaleb, den zoon van Jefunne, tot zijn bezitting.
 het veld Te weten, 2000 ellen ver van de stad; zie Num 35:5.
,
 gaven zij aan Kaleb, Zie boven, Jos 14:14.
13Alzo gaven zij aan de kinderen van den priester Aäron de vrijstad des doodslagers, Hebron en haar voorsteden, en Libna en haar voorsteden;
 Alzo In het naamregister dezer hieronder genoemde steden en het register derzelve, 1Ch 6:57, vindt men somtijds enig verschil in sommige namen der steden. Dit komt daardoor, dat sommige namen der steden door langheid van tijden veranderd zijn; ook zijn er enige steden, die meer dan een naam gehad hebben.
,
 Libna Zie Jos 10:29.
Copyright information for DutSVVA