Lamentations 3:26-28
26Teth
. Het is goed, dat men hope, en stille zij op het heil des Heeren. ▼ , ▼▼ op het heil des HEEREN Dat is, op de verlossing, die de Heere bewijst dengenen, die op Hem vertrouwen.
27Teth
. Het is goed voor een man, dat hij het juk in zijn jeugd draagt. ▼▼ voor een man, Dat is, voor een iegelijk. Anderen verstaan door man een voortreffelijken man.
,
▼▼ dat hij het juk Dat is, dat hij kruis en tegenspoed lijdt, en zich der tucht onderwerpt, opdat zijn boze en verdorven natuur getoomd en getemd worde; vergelijk Psa 119:71 .
,
▼▼ in zijn jeugd draagt Eer de zonde te diep in zijn hart wortele en ten enemale over hem heerse.
28Jod
. Hij zitte eenzaam, en zwijge stil, omdat Hij het hem opgelegd heeft. ▼▼ Hij Te weten, die het juk in zijne jeugd heeft leren dragen. Anders: hij zal zitten, enz., of, [dat] hij zitte.
,
▼
,
▼▼ Hij het hem opgelegd heeft Te weten de Heere.
Copyright information for
DutSVVA