Leviticus 1:5-6

5Daarna zal hij het jonge rund slachten voor het aangezicht des Heeren; en de zonen van Aäron, de priesters, zullen het bloed offeren, en het bloed sprengen rondom dat altaar, hetwelk voor de deur van de tent der samenkomst is.
 hij het jonge rund Namelijk, de priester, of die het offert, door den priester, gelijk God bevolen had, Exo 29:11, en ook geschied is; onder Lev 8:15. Of, daarna zal men het jonge rund slachten, te weten, door den priester.
,
 slachten voor het aangezicht des HEEREN; Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk, de keel afsteken.
6Dan zal hij het brandoffer de huid aftrekken, en het in zijn stukken delen.
 hij het brandoffer de huid aftrekken, Te weten, een der priesters. Zie 2Ch 29:34.
Copyright information for DutSVVA