‏ Leviticus 12:3

3En op den achtsten dag zal het vlees zijner voorhuid besneden worden.
 op den achtsten dag Op welken de kraamvrouw van haar voorgaande onreinheid, [waarvan vs.2] vrij was, zodat deze oorzaak de besnijdenis vóór dezen dag niet geschieden mocht, zijnde de moeder en het kind beiden onrein.
Copyright information for DutSVVA