Leviticus 19:17-18
17Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; gij zult uw naaste naarstiglijk berispen, en zult de zonde in hem niet verdragen. ▼ , ▼▼ naarstiglijk berispen, Hebreeuws, bestraffende bestraffen.
,
▼▼ de zonde in hem niet verdragen Anders, opdat gij de zonde voor hem, of, om zijnentwil niet draagt; dat is, de straf, die hij verdiend had, met hem niet draagt.
18Gij zult niet wreken, noch toorn behouden tegen de kinderen uws volks; maar gij zult uw naaste liefhebben als uzelven; Ik ben de Heere!
Copyright information for
DutSVVA