Leviticus 19:26
26Gij zult niets met het bloed eten. Gij zult op geen vogelgeschrei acht geven, noch guichelarij plegen. ▼ , ▼▼ guichelarij plegen Het Hebreeuwse woord betekent met verbinding der ogen toveren, waardoor men meent te zien wat niet is; gelijk het door enigen genomen wordt Deu 18:10; 2Ki 21:6; 2Ch 33:6; Isa 2:6, en Isa 57:3; Jer 27:9. Anderen verstaan het van de dagverkiezing of waarzeggerij, uit het aanschouwen van de wolken en de gestaltenis des hemels, hetgeen sterrenkijkerij genoemd wordt.
Copyright information for
DutSVVA