Leviticus 23:22

22Als gij nu den oogst uws lands zult inoogsten, gij zult, in uw inoogsten, den hoek des velds niet ganselijk afmaaien, en de opzameling van uw oogst niet opzamelen; voor den arme en voor den vreemdeling zult gij ze laten; Ik ben de Heere, uw God!
 hoek des velds Dat is, de aren, die aan de hoeken des lands, of de kanten des akkers wat bezijden afstaan, en in het afsnijden plachten vergeten of nagelaten te worden.
,
 afmaaien, Hebreeuws, voleinden; dat is, niet gans afsnijden en opzamelen.
,
 de opzameling van uw oogst Dat is, wat overblijft, om daarna opgezameld te worden.
Copyright information for DutSVVA