Leviticus 24:11

11Toen lasterde de zoon der Israëlietische vrouw uitdrukkelijk den NAAM, en vloekte; daarom brachten zij hem tot Mozes; de naam nu zijner moeder was Selomith, de dochter van Dibri, van den stam Dan.
 lasterde de zoon der Israëlietische vrouw Het Hebreeuwse woor wat hier uitdrukkelijk lasteren overgezet is, betekent eigenlijk doorsteken, doorboren, doorwonden; waarmede de afgrijselijkheid dezer daad te kennen gegeven wordt, omdat hij God met zijn snode tong als doorstoken had.
,
 NAAM, Versta, den naam des Heeren, of, JHWH, gelijk zulks verklaard wordt vs.16, en Deu 28:58. Zie van dezen naam Gen 2:4.
,
 brachten zij hem tot Mozes; Versta, dat de rechters hem tot Mozes gebracht hebben, om hem raad te vragen hoe zij dezen gruwelijken lasteraar straffen zouden.
Copyright information for DutSVVA