Leviticus 26:13
13Ik ben de Heere, uw God, Die u uit het land der Egyptenaren uitgevoerd heb, opdat gij hun slaven niet zoudt zijn; en Ik heb de disselbomen van uw juk verbroken, en heb u doen rechtop staan. ▼▼ disselbomen van uw juk De disselboom aan een wagen is het middenhout, waaraan de paarden samen vastgemaakt zijn; of versta, de banden en zelen, waarmede zij aan den disselboom vastgemaakt en gebonden worden. Hierbij wordt vergeleken de dienstbaarheid, die de Israëlieten als een juk in Egypte moesten dragen. Zie deze en gelijke manier van spreken, Jer 27:2, Jer 27:8, en Jer 28:2, Jer 28:13, Jer 28:15; idem Nah 1:13.
,
▼▼ rechtop staan Hebreeuws, [met] oprichting; dat is, met opgerichten halze, komende uit een gerust, welverzekerd en mannelijk gemoed.
Copyright information for
DutSVVA