Leviticus 26:33-35

33Daartoe zal Ik u onder de heidenen verstrooien; en een zwaard achter u uittrekken; en uw land zal woest, en uw steden zullen een woestijn zijn. 34Dan zal het land aan zijn sabbatten een welgevallen hebben, al de dagen der verwoesting, en gij zult in het land uwer vijanden zijn; dan zal het land rusten, en aan zijn sabbatten een welgevallen hebben.
 een welgevallen hebben, Dat is, het land zal zijn rust hebben, welke gij hetzelve zult geweigerd hebben tegen mijne wet; Lev 25:4. Zie vs.35.
35Al de dagen der verwoesting zal het rusten, overmits het niet rustte in uw sabbatten, als gij daarin woondet.
Copyright information for DutSVVA