‏ Luke 1:68-73

68Geloofd zij de Heere, de God Israëls, want Hij heeft bezocht, en verlossing te weeg gebracht Zijn volke;
 Geloofd Grieks gezegend.
,
 bezocht, Namelijk in genade.
69En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht, in het huis van David, Zijn knecht;
 een hoorn der zaligheid ons opgericht, Dat is, een sterken Verlosser, dat is, Christus gelijk Psa 132:17 . Eene gelijkenis genomen van dieren, die hoornen hebben, waarmede zij groot geweld doen.
70Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner heilige profeten, die van het begin der wereld geweest zijn;
 van het begin der wereld geweest zijn ; Grieks van de eeuw; dat is, van dat de eeuw of wereld geweest is.
71Namelijk een verlossing van onze vijanden, en van de hand al dergenen, die ons haten; 72Opdat Hij barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig ware aan Zijn heilig verbond;
 gedachtig ware Dat is, met de daad betoonde dat hij gedachtig ware.
73En aan den eed, dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen heeft, om ons te geven.
 aan den eed, Grieks den eed; hetwelk sommigen uitleggen: volgens den eed, of om den eed.
Copyright information for DutSVVA