‏ Luke 14:21-23

21En dezelve dienstknecht weder gekomen zijnde, boodschapte deze dingen zijn heer. Toen werd de heer des huizes toornig, en zeide tot zijn dienstknecht: Ga haastelijk uit in de straten en wijken der stad, en breng de armen, en verminkten, en kreupelen, en blinden hier in.
 Toen werd de heer des huizes toornig, Daarmede wordt niet te kennen gegeven dat een akker, ossen, of dergelijke goederen te kopen, of ene vrouw te trouwen, ongeoorloofd zou zijn, 1Co 7:29 , maar de Heere vertoornt zich daarover, dat de Joden door deze tijdelijke dingen zich lieten verhinderen van de leer des Evangelies aan te nemen. Waarom Hij ook hen verstoten en de heidenen in hunne plaats heeft beroepen.
22En de dienstknecht zeide: Heere, het is geschied, gelijk gij bevolen hebt, en nog is er plaats. 23En de heer zeide tot den dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde;
 dwing ze in te komen, Namelijk met ernstig en gedurig aanhouden. Zie dergelijke Gen 33:11 ; Luk 24:29 .
Copyright information for DutSVVA