Luke 8:31

31En zij baden Hem, dat Hij hun niet gebieden zou in den afgrond heen te varen.
 zij baden Hem, Of, hij bad, gelijk Mar 5:10 .
,
 afgrond heen te varen Dat is, ene diepte zonder grond, Gen 7:11 . Zo wordt ook genaamd de hel, of plaats waar de onreine geesten en goddeloze mensen in de eeuwigheid zullen gepijnigd worden. Zie Rev 9:1-2 .
Copyright information for DutSVVA