‏ Matthew 23:5

5En al hun werken doen zij, om van de mensen gezien te worden; want zij maken hun gedenkcedels breed, en maken de zomen van hun klederen groot.
 gedenkcedels Grieks, Phylacteria; dat is, bewaarcedels, welke briefjes of cedeltjes van perkament waren, waarop de wet Gods of enig deel derzelve geschreven stond, die zij aan hunne voorhoofden en armen vonden, om te schijnen de gedachtenis der wet altijd voor ogen te hebben, en meenden daarin te volgen hetgeen God beveelt Exo 13:9 , Exo 13:16 ; Deu 6:8 .
,
 zomen van hunne klederen Dit waren franjes met blauwe snoertjes aan de hoeken van de bovenste klederen, die zij, volgens de wet, Num 15:38 ; Deu 22:12 , moesten dragen om daardoor te gedenken aan de hemelse leer der wet.
Copyright information for DutSVVA