Matthew 5:11-12
11Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil. ▼▼ alle Dat is, allerlei.
,
▼▼ kwaad Grieks: kwaad woord.
,
▼▼ tegen u spreken Dat is, dat u tegen gaat, of tot uw nadeel.
12Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn. ▼
,
▼▼ groot in de hemelen; Grieks: veel.
,
▼▼ vóór u geweest zijn. Dat is, voor uw tijden, of in voorgaande tijden.
Copyright information for
DutSVVA