Micah 3:5-7
5Alzo zegt de Heere, tegen de profeten, die Mijn volk verleiden; die met hun tanden bijten, en roepen vrede uit; maar die niet geeft in hun mond, tegen dien zo heiligen zij een krijg. ▼▼ bijten, en roepen vrede uit; Onder voorwensel van liefde en vriendelijkheid, als grijpende wolven, de zielen moorden, door hun valse verleidende profetieën. Verg. Eze 13:18-19 en Eze 22:25 ; Mat 7:15 . Of, als verhongerde beesten, verscheuren en veslinden wat men hun geeft, en roepen dan van vrede, geluk en voorspoed, als zij de buik vol hebben. Verg. Mic 2:11 ; Isa 56:10 , Isa 56:11 ; Eze 13:3 met de aantekening.
,
▼ 6Daarom zal het nacht voor ulieden worden vanwege het gezicht, en ulieden zal duisternis zijn vanwege de waarzegging; en de zon zal over deze profeten ondergaan; en de dag zal over hen zwart worden. ▼
,
▼▼ gezicht, Dat is, om uw valse prefetieën die gij u beroemt door mijne openbaringen ontvangen te hebben. Verg. Zec 13:4 . Of, Zodat gij geen gezicht zult hebben; dat is, niet meer kunnen profeteren. Alzo in het volgende: zodat gij niet zult kunnen waarzeggen; gij zult dan wat anders te doen hebben, dan met uw voorzeggingen of waarzeggerij om te gaan, dat zal u dan wel vergaan. Verg. Eze 12:23 .
,
▼
,
▼▼ zwart worden Dat is, donker.
7En de zieners zullen beschaamd, en de waarzeggers schaamrood worden; en zij zullen al te zamen de bovenste lip bewimpelen; want er zal geen antwoord Gods zijn. ▼
,
▼
,
▼▼ antwoord Gods zijn Geen goddelijk gezicht of profetie, dat men God mocht raad vragen of troost bij Hem zoeken in het lijden. Verg. Psa 74:9 ; Eze 7:26 ; Amo 8:11-12 , of geen verhoring; gelijk vs.4.
Copyright information for
DutSVVA