Nahum 3:9-10

9Morenland en Egypte waren haar macht, en er was geen einde; Put en Lybea waren tot uw hulp.
 er was geen einde; Dat is, hare bondgenoten en helpers waren ontelbaar.
,
  Put en Libyë Dat is, Afrika, of, Mauritanië. Zie Jer 46:9 .
,
 waren tot uw hulp De zin is: A; die volken hielpen u, o stad No, maar evenwel konden zij u niet redden of verlossen uit de hand van den koning Nebukadnezar.
10Nog is zij gevankelijk gegaan in de gevangenis; ook zijn haar kinderen op het hoofd van alle straten verpletterd geworden; en over haar geëerden hebben zij het lot geworpen, en al haar groten zijn in boeien gebonden geworden.
 zij gevankelijk gegaan in de gevangenis; Dat is, hare inwoners zijn gevangkelijk weggevoerd; dat is, zij zullen gevankelijk weggevoerd worden, alzo doorgaans. Dit schijnt geschied te zijn ten tijde als Nebukadnezar Egypte heeft overheerd; zie Jer 46 .
,
 op het hoofd van alle straten Dat is, op de hoeken aller straten.
,
 verpletterd geworden; Zie voorbeelden van dergelijke wreedheid, 2Ki 8:12 ; Psa 137:9 ; Isa 13:16 ; Hos 14:1 .
,
  geëerden hebben zij Of, voortreffelijke, aan zienlijke lieden, of, eerwaardige, eerzamen.
,
 het lot geworpen, Te weten, als men hen als gevangenen onder de krijgslieden uitdeelde.
,
 in boeien gebonden geworden Of, aan ketens, of, aan ijzeren banden.
Copyright information for DutSVVA