‏ Nehemiah 6:10-11

10Als ik nu kwam in het huis van Semaja, den zoon van Delaja, den zoon van Mehetabeel ( hij nu was besloten), zo zeide hij: Laat ons samenkomen in het huis Gods, in het midden des tempels, en laat ons de deuren des tempels toesluiten; want zij zullen komen om u te doden, ja, bij nacht zullen zij komen, om u te doden.
 Als ik nu Het voorgaande hadden de vijanden van buiten gedaan. Hier verhaalt Nehemia wat hem van zijn valse broeders is wedervaren van binnen.
,
  Delája, 1Ch 24:18 wordt vermeld van een Delaja, dat hij de voornaamste priester der drie en twintigste beurt geweest is, van welken sommigen menen dat deze Semaja een nakomeling geweest is.
,
 besloten Veinzende dat hij zich in zijn kamer aan den tempel [gelijk te vermoeden is, omdat de priesters daar hun kamers hadden] in eenzaamheid hield, vanwege devotie of enige religieuse gelofte, om alzo Nehemia onder schijn van heiligheid met zijn profetie [alsof zij van God kwam] te bekwamer te bedriegen, waarvan in het volgende. Vergelijk 1Sa 21:7 .
,
 in het midden Dat is, in den tempel.
11Maar ik zeide: Zou een man, als ik, vlieden? En wie is er, zijnde als ik, die in den tempel zou gaan, dat hij levend bleve? Ik zal er niet ingaan.
 als ik, Die een goede conscientie heb, en ten volle verzekerd ben dat mijn beroep en werk van God is. Hieruit kon Nehemia ook afnemen dat zijn profetie niet van God was.
,
 levend bleve? Gelijk somtijds de misdadigers zich zoeken te behouden in het huis Gods. Zie Exo 21:14 ; 1Ki 1:51 , en 1Ki 2:28 . Ook waren de deuren in de poorten nog niet opgehangen, onder Neh 7:1 , zulks dat er mogelijkheid van gevaar bij nacht voor Nehemia zijnde, deze Semaja veinst, alsof hij Nehemia uit goede genegenheid in den tempel wil bergen. Maar het was bedrog. Anders, en leven, of levend blijven, alsof hij zeide: Ik zou toch den dood hebben te vrezen of te verwachten, zo ik tegen Gods bevel in den tempel ging.
Copyright information for DutSVVA