‏ Numbers 15:30-31

30Maar de ziel, die iets gedaan zal hebben met opgeheven hand, hetzij van inboorlingen of van vreemdelingen, die smaadt den Heere; en diezelve ziel zal uitgeroeid worden uit het midden van haar volk;
 opgeheven hand, Dat is, met opzet, trots en hoogmoed, moedwilligheid, zonder enig schromen of ontzag voor den Allerhoogste en zijn geboden. Deze manier van spreken wordt ook in een anderen zin gebruikt. Zie Exo 14:8; Num 33:3.
,
 uitgeroeid worden Zie Gen 17:14.
31Want zij heeft het woord des Heeren veracht en Zijn gebod vernietigd; diezelve ziel zal ganselijk uitgeroeid worden; haar ongerechtigheid is op haar.
 is op haar Of, zij op haar. Dat is, zij drage de straf harer ongerechtigheid, waarvan zij zelve de schuld heeft. Vergelijk Lev 20:9.
Copyright information for DutSVVA