Numbers 18:20-23
20Ook zeide de Heere tot Aäron: Gij zult in hun land niet erven, en gij zult geen deel in het midden van henlieden hebben; Ik ben uw deel en uw erfenis, in het midden van de kinderen Israëls. ▼ 21En zie, aan de kinderen van Levi heb Ik alle tienden in Israël ter erfenis gegeven, voor hun dienst, dien zij bedienen, den dienst van de tent der samenkomst. ▼▼ En zie, Of, en aangaande de kinderen van Levi, zie Ik heb hun, enz.
,
▼ 22En de kinderen Israëls zullen niet meer naderen tot de tent der samenkomst, om zonde te dragen en te sterven. ▼▼ om zonde te dragen Dat is, om zich schuldig te maken en straf op zich te laden. Zie boven, vs.1, en onder, vs.32.
,
▼ 23Maar de Levieten, die zullen bedienen den dienst van de tent der samenkomst, en die zullen hun ongerechtigheid dragen; het zal een eeuwige inzetting zijn voor uw geslachten; en in het midden van de kinderen Israëls zullen zij geen erfenis erven. ▼▼ Levieten, Hebreeuws, Levi
,
▼▼ hun ongerechtigheid dragen; Dat is, zij zelf de straf dragen, wanneer zij misdoen in hun dienst. Zie boven, vs.1.
Copyright information for
DutSVVA