Proverbs 14:20

20De arme wordt zelfs van zijn vriend gehaat; maar de liefhebbers des rijken zijn vele.
 vriend Het Hebreeuwse woord betekent wel ieder mens, met wien wij te doen hebben en dien wij onzen naaste noemen, gelijk Gen 11:3 ; Exo 21:14 ; Lev 19:18 , en hier in vs.21 enz.; maar hier wordt het genomen voor een vriend, metgezel of goede bekende, gelijk 2Sa 16:17 ; Job 16:20 ; Pro 19:6 ; Mic 7:5 , enz.
Copyright information for DutSVVA