Proverbs 31:2

2Wat, o mijn zoon, en wat, o zoon mijns buiks? ja, wat, o zoon mijner geloften?
 Wat, o mijn zoon, Dit zijn de woorden van de onderwijzing der moeder; alsof zij zeide: Wat [zal ik zeggen], of wat, of hoe zal het zijn, o mijn zoon, ik moet u onderrichten van hetgeen ik u acht nodig te wezen.
,
 mijns buiks? Vergelijk Isa 49:15 . Zo worden de kinderen ook genaamd ten aanzien van hunnen vader, Job 19:17 ; alzo ook de vrucht des buiks; te weten van hunne ouders, Deu 28:4 , Deu 28:18 , Deu 28:53 .
,
 mijner geloften? Dat is, om wien ik den Heere zovele geloften gedaan en volbracht heb opdat gij tot het koninkrijk zoudt mogen komen en daarin u kwijten gelijk een godvrezenden koning betaamt.
Copyright information for DutSVVA