‏ Proverbs 31:27-28

27

Tsade

. Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood der luiheid eet zij niet.
 gangen Dat is hoe het in haar huis toegaat, hebbende acht op hare kinderen, op haar dienstvolk, op het werk, dat zij te doen hebben, en op de meubelen, mitsgaders middelen, die haar van haren man toevertrouwd zijn.
,
 der luiheid Dat is, wat zonder eerlijken arbeid gekregen is; vergelijk boven Pro 4:17 .
28

Koph

. Haar kinderen staan op, en roemen haar welgelukzalig; ook haar man, en hij prijst haar, zeggende:
 kinderen Of, zonen.
,
 staan op, Dat is, zijn bereid en vaardig om haar te prijzen; gelijk zij dat ook dadelijk volbrengen. Alzo is opstaan, of zich opmaken, zoveel als zich vaardig maken en begeven tot enig werk; Gen 37:35 ; Exo 2:17 ; Jos 18:4 ; 1Sa 25:29 , enz.
,
 haar man, Te weten maakt zich op.
Copyright information for DutSVVA