Proverbs 7:10-15
10En ziet, een vrouw ontmoette hem in hoerenversiersel, en met het hart op haar hoede; ▼ , ▼▼ met het hart Hebreeuws, bewaard, of behoed van harte, of voorzien van zinnen; dat is, dubbel, schalk, loos en gans voorzien met allerlei doortrapte listigheid, om te bedriegen en niet bedrogen te worden.
11Deze was woelachtig en wederstrevig, haar voeten bleven in haar huis niet; ▼
,
▼▼ wederstrevig, Of, afwijkende; te weten, van alle goede zeden en van de gehoorzaamheid haars mans.
,
▼ 12Nu buiten, dan op de straten zijnde, en bij alle hoeken loerende; ▼▼ Nu Hebreeuws, maal, maal; dat is, de ene maal buiten, de andere maal op, enz. Versta door buiten de plaats en ruimte, die voor de deur van het huis is; door de straten de gemene gangen en wijken, die door de stad en daarbuiten lopen.
13En zij greep hem aan, en kuste hem; zij sterkte haar aangezicht, en zeide tot hem: ▼ 14Dankoffers zijn bij mij, ik heb heden mijn geloften betaald; ▼
,
▼
,
▼ 15Daarom ben ik uitgegaan u tegemoet, om uw aangezicht naarstiglijk te zoeken, en ik heb u gevonden. ▼
Copyright information for
DutSVVA