Proverbs 8:30-31
30Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks Zijn vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende; ▼▼ voedsterling Te weten, dat bij zijne voedster gedurig is. Alzo is de eeuwige Zoon Gods, de zelfstandige wijsheid des Vaders, van eeuwigheid onverscheidenlijk bij Hem geweest, gelijk geschreven is Joh 1:1 :het Woord was bij God. Idem: Joh 17:5 :verklaar mij met de klaarheid, die Ik bij U had eer de wereld was. doch het woord kan ook genomen worden voor dengene, die zelf voedt, zijnde de overzetting aldus gesteld: en ik ben bij hem voedende; dat is, onderhoudende en regerende alle dingen, en voornamelijk zijne kerk door zijnen Geest en Woord opkwekende en voedende.
,
▼
,
▼ 31Spelende in de wereld Zijns aardrijks, en Mijn vermakingen zijn met de mensenkinderen. ▼▼ Spelende Te weten, mits dat zij zich zeer wonderbaar en menigerlei vertoont in aller schepselen onderhouding en regering.
,
▼▼ met de mensenkinderen Te weten, om die goed te doen, ten aanzien van het tegenwoordige en toekomende leven.
Copyright information for
DutSVVA