Psalms 104:29
29Verbergt Gij Uw aangezicht, zij worden verschrikt; neemt Gij hun adem weg, zij sterven, en zij keren weder tot hun stof. ▼▼ Verbergt Gij Dat is, als Gij hun uwen zegen onttrekt.
,
▼▼ neemt Gij Hebr. vergadert Gij hunne adem.
,
▼▼ adem weg, Hebr. geest.
,
▼▼ zij sterven Of, zij gaan uit, of zij geven den geest, of zij ademen uit.
,
▼▼ tot hun stof Dat is, tot hetgeen waar zij van gemaakt zijn.
Copyright information for
DutSVVA