Psalms 106:4-6
4Gedenk mijner, o Heere! naar het welbehagen tot Uw volk, bezoek mij met Uw heil; ▼▼ Gedenk mijner, Hij bidt dat hij onder de genade en goeden wil des Heeren, die Hij zijne gemennte toedraagt, moge begrepen zijn.
,
▼▼ naar het welbehagen Hebr. in het elbehagen uws volks; dat is dat Gij in uw volk hebt.
,
▼▼ bezoek mij Dat is, help en verlos mij, gelijk Psa 8:5 ; Luk 1:68-69 . Zie de aantekening bij Gen 21:1 .
,
▼▼ met uw heil; Dat is, met uw goedertierene hulp en verlossing.
5Opdat ik aanschouwe het goede Uwer uitverkorenen; opdat ik mij verblijde met de blijdschap Uws volks; opdat ik mij beroeme met Uw erfdeel. ▼
,
▼▼ met de blijdschap Dat is, met zulke vreugde en blijdschap als zich uw volk verheugt, wanneer Gij hun lichamelijke of geestelijke weldaden bewijst.
,
▼
,
▼ 6Wij hebben gezondigd, mitsgaders onze vaderen, wij hebben verkeerdelijk gedaan; wij hebben goddelooslijk gehandeld.
Copyright information for
DutSVVA