Psalms 110:5-6
5De Heere is aan Uw rechterhand; Hij zal koningen verslaan ten dage Zijns toorns. ▼▼ De HEERE is aan Te weten, de Heere Jezus Christus, die aan uw rechterhand gezeten is, en alzo spreekt hier nu David God den Vader aan; of hij spreekt het volk Gods aan, hetzelve belovende dat Christus de Heere hen zal bijstaan en verdedigen, gelijk Psa 16:8 , en Psa 109:31 .
,
▼▼ Hij zal Hebr. Hij heeft koningen verslagen; een profetische wijze van spreken.
,
▼
,
▼▼ verslaan Hebr. doorsteken.
,
▼▼ ten dage Zijns toorns Dat is, ten tijde wanneer God bestemd heeft dat zijn toorn zal uitbarsten.
6Hij zal recht doen onder de heidenen; Hij zal het vol dode lichamen maken; Hij zal verslaan dengene, die het hoofd is over een groot land. ▼▼ Hij zal recht doen Dat is, Hij zal de vervolgers van zijn volk straffen.
,
▼
,
▼▼ dengene, die het Sommigen verstaan door deze woorden den antichrist, heersende over vele landen, ja den duivel zelf; anderen duiden het op de boze regeerders in het algemeen.
Copyright information for
DutSVVA