‏ Psalms 136:2-3

2Looft den God der goden; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
 God der goden; Dat is, den opperste God, die te gebieden heeft over de engelen, koningen en alle overheden. Zie de aantekening bij Deu 10:17 .
3Looft den Heere der heren; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
 den Heere der Hebr. de Heere, des heren, gelijk Gen 24:9 , en Gen 39:16 , Gen 39:20 , en Gen 42:30 ; Exo 21:4 , en elders meer.
Copyright information for DutSVVA