Psalms 141:10
10Dat de goddelozen elk in zijn garen vallen, te zamen, totdat ik zal zijn voorbijgegaan. ▼▼ elk in Dat is, elk in het garen, dat zij mij en den mijnen gespannen of gelegd hebben.
,
▼▼ zijn garen vallen, Te weten, zijn eigen, of God.
,
▼▼ ik zal zijn voorbijgegaan Versta, ik en die bij mij zijn. Of, ik, met uwe gunst vergezelschapt zijnde. Of, totdat ik geheellijk passere; dat is, het gevaar ontkomen ben.
Copyright information for
DutSVVA