Psalms 19:2
2[019:3] De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap. ▼▼ De dag Dat is, elke dag, en nacht, steeds op elkander volgende, de een aan den ander.
,
▼▼ stort Dat is, het is of zij ons steeds toespraken en leerden, gelijk de fonteinen of springaders steeds overvloediglijk water uitgeven of uitborrelen, waarvan het Hebr. woord eigenlijk verstaan wordt; zie
Pro 18:4 ;
Ecc 12:6 ;
Isa 49:10 .