Psalms 37:5-7

5

Gimel

. Wentel uw weg op den Heere, en vertrouw op Hem; Hij zal het maken;
 Wentel Of, rol uwen weg; dat is, draag al uw voornemen en doen, zorg, bekommernis, den Heere op, beveel het Hem; zie Psa 22:9 . en verg. Mat 6:25 . enz. en Luk 12:22 . enz.
,
 maken Of, uitvoeren, uitrichten.
6En zal uw gerechtigheid doen voortkomen als het licht, en uw recht als den middag.
 licht Der zon, of des daags, dat is, dat zij zo klaar blijke als de zon op den hellen middag schijnt. Verg. Job 5:14 .
7

Daleth

. Zwijg den Heere, en verbeid Hem; ontsteek u niet over dengene, wiens weg voorspoedig is; over een man, die listige aanslagen uitvoert.
 Zwijg Dat is, murmureer niet tegen den Heere, maar neem het op met geduld. Zie van zulk stilzwijgen, of stilte des gedulds en der hoop, Psa 39:10 ; Psa 62:2 , Psa 62:6 ; Psa 65:2 . Isa 30:15 . Lam 3:26-28 . Zep 1:7 .
,
 verbeid Anders, draagt smart om zijnentwil.
,
  wiens Dat is, wiens voornemen en doel wel gelukt, al deugt het niet.
,
 uitvoert Hebr. doet.
Copyright information for DutSVVA