‏ Psalms 42:11

11[042:12] Wat buigt gij u neder, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God.
 menigvuldige Hebr. verlossing. Boven vs.6, heeft hij gezegd dat zijn heil, zijne verlossing of behoudenis van Gods aangezicht kwam, of in zijn lieflijk aanschijn bestond; hier zegt hij nu dat God de behoudenis van zijn [van des profeten] aangezicht is; dat is, waarop hij ziet, of, die hem dagelijks voor ogen komt. Hij schijnt te willen zeggen dat hem God alzo steeds verlost en behoudt, dat het ogenschijnlijk is, dat hij het klaarlijk voor zijn ogen ziet, buiten dat zou hij telkens verloren zijn.
Copyright information for DutSVVA