Psalms 50:17

17Dewijl gij de kastijding haat, en Mijn woorden achter u henenwerpt.
 kastijding Of, tucht, bestraffing, met woorden of werken, dienende tot onderwijs en verbetering een zondaars. Het Hebr. woord betekent eigenlijk verband, bedwang, en wordt voorts genomen voor tucht en kastijding, zijnde de weg des levens en der wijsheid; Pro 6:32 , en Pro 12:1 .
,
 achter Gelijk men doet wanneer men iets veracht en van gene waarde houdt, dat men voor ogen niet zien mag. Verg. 1Ki 14:9 .
Copyright information for DutSVVA