‏ Psalms 80:2-3

2[080:3] Wek Uw macht op voor het aangezicht van Efraïm, en Benjamin, en Manasse, en kom tot onze verlossing.
 O Herder Verg. Psa 23:1 , en Psa 48:15 ; Isa 40:11 ; Eze 34:12 , Eze 34:14-15 ; Joh 10:11 , en 1Pe 2:25 .
,
 Jozef Jozef, dat is, de nakomelingen van Jozef, te weten de stammen van Efraïm en Manasse, die van Jozef afkomstig waren. De Heilige Schrift begrijpt somtijds onder den naam van Jozef al de andere stammen, en voornamelijk de tien stammen, overmits Jozef de voornaamste en geachtste was onder de kinderen van Jakob; zie Gen 49:26 , en Psa 81:6 .
,
 die Of, die op de cherubim pleegt te zitten; want nadat de tempel door de Chaldeën was afgebroken en verwoest, zat de Heere niet langer op de cherubim. Van de cherubim, zie de aantekeningen bij 1Sa 4:4 .
,
 verschijn Dat is, toon ons uwe gunst en genade, ons verlossende uit deze langdurige gevangenis, in welke wij nu langen tijd als in duisternis gezeten hebben.
3[080:4] O God! breng ons weder, en laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden.
 Wek Dat is, toon en doe uwe macht blijken, die nu een tijdlang als geslapen heeft.
,
  Efraïm . . .Benjamin . . .Manasse Dat is, voor de stammen of nakomelingen van Efraïm, Benjamin en Manasse. Deze drie stammen waren bij elkander gelegerd aan de westzijde des tabernakels, Num 2:17-18 , Num 2:20 , Num 2:22 , en Num 10:21-24 . Daarom worden zij hier en 1Ch 9:3 , en elders meer, gelijkelijk genoemd.
Copyright information for DutSVVA