Psalms 89:41-42
41[089:42] Allen, die den weg voorbijgingen, hebben hem beroofd; zijn naburen is hij tot een smaad geweest. 42[089:43] Gij hebt de rechterhand zijner wederpartijders verhoogd; Gij hebt al zijn vijanden verblijd. ▼▼ Gij hebt de Te weten, hun gevende de macht en den moed, om uw volk den krijg aan te doen, ja om het te overwinnen; gelijk
Job 40:9 .