Psalms 89:9
9[089:10] Gij heerst over de opgeblazenheid der zee; wanneer haar baren zich verheffen, zo stilt Gij ze. ▼▼ de opgeblazenheid Of, hovaardigheid; dat is, over de opzwelling der zee; wanneer zij hare baren als uit hovaardigheid verheft; hetwelk alzo verklaard wordt met de naastvolgende woorden. Zie
Job 26:12 , en
Job 38:11 .
,
▼▼ zo stilt Of, zo bedwingt Gij ze.