Romans 10:9-10

9Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden.
 zult belijden Namelijk oprecht naar het geloof uws harten; en de apostel stelt hier de belijdenis voor, omdat die van anderen eerst wordt bekend.
,
 den Heere Jezus, Namelijk uw Heere en Zaligmaker te zijn naar het voorbeeld van Paulus; Gal 2:20 ; 1Ti 1:15-16 .
,
 uit de doden opgewekt heeft, Namelijk nadat Hij tot verzoening uwer zonden was gestorven; Rom 4:25 .
10Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid.
 gelooft men ter rechtvaardigheid Namelijk als zijnde een middel, waardoor de rechtvaardigheid van Christus aangenomen, ons toegerekend en geschonken wordt; Rom 3:24-25 , en Rom 4:5 .
,
 belijdt men ter zaligheid De ware belijdenis wordt hier gesteld als een weg, waardoor wij tot de zaligheid, die ons door Christus' gerechtigheid verworven is, moeten komen, Mat 10:32 , en als een kenteken van het ware geloof, dat in het hart verborgen is; 1Jo 4:15 .
Copyright information for DutSVVA