‏ Romans 15:1-2

1Maar wij, die sterk zijn, zijn schuldig de zwakheden der onsterken te dragen, en niet onszelven te behagen.
 wij, De apostel begrijpt zichzelven mede, opdat de vermaning te krachtiger zij.
,
 die sterk zijn, Namelijk in het geloof en de kennis der Christelijke leer, voornamelijk van de Christelijke vrijheid.
,
 zijn schuldig Of, zijn verplicht, gehouden; namelijk om de redenen, die Paulus hierna zal verklaren.
,
 de zwakheden Dat is de onwetendheden en dwalingen, die uit zwakheid nog bij hen zijn, voornamelijk in dit stuk der leer.
,
 der onsterken Dat is, der zwakken. Zie Rom 14:1 .
,
 te dragen, Dat is, verdragen, als een last van hen nemen, en hen helpen dragen. Zie Gal 6:1-2 .
,
 onszelven te behagen Dat is, onze zinnelijkheden volgen, of ons gemak en voordeel zoeken, onszelven toegeven.
2Dat dan een iegelijk van ons zijn naaste behage ten goede, tot stichting.
 een iegelijk van ons Namelijk wie hij zij. Niemand wordt hier uitgenomen.
,
 zijn naaste behage Veel meer, dan zijn zwakken broeder.
,
 ten goede, Of, in het goede; dat is, in zaken die niet kwaad zijn of tot goed voordeel en zaligheid des naasten.
,
 tot stichting Zie Rom 14:19 .
Copyright information for DutSVVA