‏ Romans 9:27-28

27En Jesaja roept over Israël: Al ware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden.
  En Jesája roept over Israël In deze drie verzen bewijst hij voorzegd te zijn, dat God in Zijn krachtige roeping het merendeel der Joden zou voorbijgaan, en alleen het overblijfsel daarvan nevens de uitverkorenen uit de heidenen behouden.
,
 het overblijfsel Dat is, een kleine hoop, dien Hij heeft laten overblijven uit de grote menigte, die verloren gaat, gelijk Rom 11:5 .
,
 behouden worden Het Hebreeuwse woord bij den profeet, Isa 10:22 , betekent eigenlijk zal in, of tot Hem wederkeren, namelijk tot God, gelijk in Rom 10:21 , uitgedrukt wordt. Doch de zin is even dezelfde, hoewel sommigen menen dat bij Jesaja gezien wordt op het wederkeren van weinigen uit de gevangenis van Babylonië, die een voorbeeld is geweest van het uitgaan der uitverkorenen uit het Babel der zonde en der wereld.
28Want Hij voleindt een zaak en snijdt ze af in rechtvaardigheid; want de Heere zal een afgesneden zaak doen op de aarde.
 een zaak Grieks, een woord, of rede. Sommigen nemen dit voor een dreigement tegen de goddeloze Joden, die God zou afsnijden en verwerpen, de Zijnen nochtans er onder altijd behoudende. Anderen nemen het voor het besluit, of de standvastigheid van het besluit Gods, in het behouden van de Zijnen, niettegenstaande de wederspannigheid van de meeste menigte der anderen, hetwelk met vs.29 wel zo bekwamelijk schijnt overeen te komen.
Copyright information for DutSVVA