Ruth 2:10
10Toen viel zij op haar aangezicht, en boog zich ter aarde, en zij zeide tot hem: Waarom heb ik genade gevonden in uw ogen, dat gij mij kent, daar ik een vreemde ben? ▼ , ▼▼ kent, Dat is, dat gij mij aanspreekt en weldoet, niet anders dan of ik uw bekende of maagschap ware.
Copyright information for
DutSVVA