Song of Solomon 1:3

3Uw oliën zijn goed tot reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort wordt; daarom hebben U de maagden lief.
  oliën Versta, welriekende oliën, kostelijke zalven, of balsemen. Hierbij worden de geestelijke gaven dikwijls vergeleken, gelijk Psa 45:8 ; Isa 61:1 , en 1Jo 2:27 .
,
 Uw naam Versta, den naam, persoon en het zaligmakende ambt van Christus, alzo ons dezelve in het Evangelie zijn geopenbaard.
,
 een olie, Salomo schijnt hier gezien te hebben op den naam Messias; dat is Christus, Gezalfde, die met den Heiligen Geest gezalfd is, niet alleen voor zichzelven, maar die heilige balsem is gevloeid van Hem, die ons Hoofd is, op ons zijne ledematen. Zie Psa 133:2 , en Joh 1:16 . Deze naam is na de hemelvaart van Christus wijd uitgebreid, want van Christus hebben alle Christenen hunnen naam.
,
 daarom Dat is, [gelijk er staat vs.4] de oprechten hebben u liEf. Meermalen worden in de Heiligen Schrift de uitverkorenen vergeleken bij maagden, gelijk Mat 25:1 ; 2Co 11:2 ; Rev 14:1 , Rev 14:4-5 ; en dat daarom, omdat de kinderen Gods zo nauw moeten letten op hunne conscientie, dat zij van de zonde en de wereld niet besmet worden, als een eerlijke maagd op haar eer en kuisheid moet passen.
Copyright information for DutSVVA