‏ Song of Solomon 5:2

2Ik sliep, maar mijn hart waakte, de stem mijns Liefsten, Die klopte, was: Doe Mij open, Mijn zuster, Mijn vriendin, Mijn duive, Mijn volmaakte! want Mijn hoofd is vervuld met dauw, Mijn haarlokken met nachtdruppen.
 Ik sliep, Hier wordt aangewezen dat de Bruid, of enige lidmaten der kerk, nadat zij wel gegeten en gedronken hebben, dat is overvloediglijk de weldaden van Christus genoten hebben, somtijds in slaap of sluimer vallen; dat is, traag en slap in ijver en goede werken worden, en in vleselijke gerustheid en zorgeloosheid vervallen. Zie Mat 25:5 ; Rom 13:11 ; 1Th 5:6-7 .
,
 maar mijn hart Dat is, ik vergat evenwel mijnen Bruidegom niet, maar hield Hem steeds in mijn hart. Versta hier door het hart den inwendigen mens, of den wedergeboren mens, die gesteld wordt tegen het vlees, of den uiterlijken mens; Rom 2:28-29 ; zie ook Mat 26:41 ; Gal 5:17 .
,
 klopte, De Bruid vertelt hier de liefde en zorg van haren Bruidegom, die haar niet wil laten rusten in het bed van het wereldse gemak. Christus klopt aan de deur van ons hart door zijn Woord, door zijn Geest en door kruis of kastijding, Rev 3:20 .
,
 Doe Mij open, Of, open mij; te weten de deur van uw hart; sta op van den slaap der zonde, laat mij in uw hart wonen door het geloof, hetzelve opwekkende.
,
 Mijn zuster, Deze lieflijke namen, die Christus zijne Bruid hier geeft [zij nog zijnde in hare zwakheid] geven te kennen zijn uitnemende genegenheid en liefde tot haar, haar beminnende, onaangezien zij nog in dit zondige vlees leeft en wandelt, haar hare zonden en onvolmaaktheden niet toerekenende.
,
 Mijn hoofd is vervuld Dat is, Ik heb veel ongemak geleden. Hiermede wordt te kennen gegeven dat Christus veel lijden en veel zwarigheid zou uitstaan om zijne Bruid te verlossen en haar van hare zonden te reinigen. Want nat te zijn van den dauw des hemels is groot ongemak, Gen 31:40 , en het beduidt hier ellende en lijden, gelijk Dan 4:25 ; gelijk ook de regen als men niet overdekt is. Alzo betekenen ook droppelen inwatering, dat is kwellingen of tegenspoeden, Amo 6:11 . Anderen nemen deze woorden aldus: Gelijk de dauw en regen het land vruchtbaar maken, alzo maakt de leer van Christus dat zijne kerk vele vruchten voortbrengt. Zie Deu 32:2 ; Psa 72:6 ; Hos 14:6 .
Copyright information for DutSVVA