Titus 3:10

10Verwerp een kettersen mens na de eerste en tweede vermaning;
 Verwerp Of, mijd, schuw; dat is, heb met hem niets gemeen, laat hem heengaan, zonder met hem meer te twisten, en het heilige voor zulke honden te werpen, Mat 7:6; laat hem niet blijven in de uiterlijke gemeenschap der Kerk.
,
 kettersen mens Dat is, die valse leer hardnekkig drijft en voorstaat, tot verontrusting en scheuring der gemeente. Zie van dit woord Act 5:17, en Act 15:5; 1Co 11:19.
,
 na de eerste Namelijk aan hem gedaan door de gemeente tot afstand van zijn dwalingen en scheurmakingen; zie Mat 18:17.
Copyright information for DutSVVA