Zephaniah 3:3

3Haar vorsten zijn brullende leeuwen in het midden van haar; haar rechters zijn avondwolven, die de beenderen niet breken tot aan den morgen.
 avondwolven, Die des avonds romdom sluipen, te weten, om op de schapen te loeren; zie Hab 1:8 . Men kan ook door avond verstaan den nacht, gelijk Zep 2:7 .
,
 die de beenderen Maar terstond hunne prooi met vlees en beenderen opvreten, nietmetal, ja zelf de beenderen niet overlatende tot des anderen daags 's morgens. Hebr. die niet ontbenen tot 's morgens. Zie Num 24:8 , en verg. Jer 5:6 .
,
 tot aan den morgen Of, op den morgen, of tot op den morgen.
Copyright information for DutSVVA