‏ Psalms 12


U doet recht
aan wezen en verdrukten.
Niemand krijgt meer de kans
hen uit het land te verjagen.

1

Een psalm van David voor de koordirigent.

2 Ik zoek mijn bescherming bij de Here.
Waarom zeggen jullie dan:
‘Vogel, zoek je schuilplaats in de bergen!’

3 Kijk zelf maar,
de goddelozen
leggen hun boog al aan de schouder
en spannen de pijlen
om de rechtvaardigen te treffen.

4 Als zo de bodem
onder iemands voeten wordt weggehaald,
wat kan een rechtvaardige
dan zelf nog doen?

5 De Here woont in zijn heilige tempel,
de troon van de Here is in de hemelen.
Zijn ogen zien alles
en beoordelen wat de mens doet.

6 De Here stelt de oprechte mens op de proef,
maar Hij haat slechte en gewelddadige mensen.

7 Boven het hoofd van de slechte mensen
trekken de wolken samen,
vuur en zwavel hagelen op hen neer
en een schroeiend hete wind wordt hun deel.

8 Want de Here is rechtvaardig.
Hij waardeert het oprechte handelen.
Zij die Hem volgen, doen zijn wil.
Daarom zijn zij in staat
Hem recht in de ogen te kijken.

Copyright information for NldHTB